Pastafarian

Zijn atheïsten echt zo dom?

Als het op voetbal aankomt, dan ben ik eigenlijk net een stereotype vrouw. Men heeft mij al diverse keren uitgelegd wat de term ‘buitenspel’ inhoudt, maar ik kan het maar niet onthouden. Eigenlijk interesseert het me ook niet.

Ik heb sowieso weinig interesse in sport. Men heeft mij weleens gezegd dat schaak misschien wel iets voor mij zou zijn. Hoewel ik kan begrijpen waarom men dit zegt, kan ik niet de motivatie vinden om me in de regels van het schaakspel te verdiepen. Als ik dus op verjaardagspartijtjes zou pretenderen dat ik verstand van sport zou hebben en me zou gaan mengen in discussies over welke sport dan ook, dan zou ik waarschijnlijk direct door de mand vallen en een bespottelijke indruk achterlaten. Echter, het is blijkbaar de normaalste zaak van de wereld als schaker Max Pam en Studio Sport-regisseur Richard de Wilt zich zonder al te veel kennis van zaken mengen in het religieus debat.

Een debat in de Volkskrant

De afgelopen weken was de Volkskrant dus een opmerkelijk strijdtoneel. Op 14 oktober verscheen een artikel van theoloog Stefan Paas en filosoof Rik Peels, waarin zij het opnamen voor de grote religieuze tradities. Religieus besef is een natuurlijk verschijnsel, zo menen Paas en Peels. Zij verwijzen daarbij onder andere naar de cognitiewetenschap.

Religiositeit zit bij mensen ingebakken, net zoals bijvoorbeeld seksualiteit. Een kind dat geen seksuele voorlichting krijgt, of waarvan seksuele gevoelens zelfs worden onderdrukt, kan een ongezonde seksualiteit ontwikkelen. “Voor een religieuze aanleg geldt eigenlijk hetzelfde. Als je die ongericht zijn gang laat gaan, zal iemand de neiging ontwikkelen in van alles te geloven, van complottheorieën tot monsters onder het bed,” aldus Paas en Peels. Zij concluderen dat het juist de grote religieuze tradities zijn die bij uitstek geschikt zijn om mensen te disciplineren en te behoeden voor ‘Char-achtige taferelen.’

Een reactie van atheïstische zijde kon natuurlijk niet lang uitblijven. Op 16 oktober verschenen dan ook de bijdragen van zowel Max Pam als Richard de Wilt. Beiden laten luidkeels blijken het onderscheid tussen geloof en bijgeloof, tussen religie en sekte, niet te kennen. En in plaats van zich te schamen voor hun gebrek aan basiskennis, schijnen zij hun handicap te zien als argument tegen religie. “Wanneer is iets een sekte en wanneer een echte religie? Wie het weet mag het zeggen,” zo schreef De Wilt. Anton de Wit wist het en gaf de heren in de Volkskrant van 21 oktober een korte opfriscursus.

Intellectuele luiheid

De reactie van de heer Pam is een schoolvoorbeeld van de moderne atheïstische godsdienstkritiek, dat zich kenmerkt door een groeiende intellectuele luiheid. Als wij van Broodje Paap humor hadden, dan hadden we misschien kunnen lachen om zijn artikel. Het is doordrenkt van sarcasme, maar voert niet één argument aan tegen de beweringen van de heren Paas en Peels. Het heeft het niveau van het gemiddelde verjaardagspartij-atheïsme waarbij men scherpzinnige grapjes maakt over gelovigen: “Als één persoon een waanidee heeft dan is het krankzinnigheid. Als veel personen een waanidee hebben dan is het een religie. Hahaha! Geef mij de bitterballen nog eens aan!”

Zijn atheïsten echt zo dom? T-shirt met 'I'm an atheist, debate me'.
Typisch atheïstische intellectueel

Als orthodox christen ben ik wettelijk verplicht om te beweren dat vroeger alles beter was, dus roep ik ook graag dat atheïsme vroeger een stuk beter was dan nu. Vroeger waren atheïsten intellectuelen en hadden nog wat zinnigs te zeggen! Natuurlijk gebruikten ook zij de nodige spot maar het had tenminste nog substantie. Tegenwoordig raaskalt men maar wat. De vliegende theepot van Bertrand Russell is vervangen door het vliegend spaghettimonster van Bobby Henderson en de pastafari. Dat de vliegende theepot en het vliegend spaghettimonster vaak als twee uitingen van hetzelfde argument worden gezien, bewijst alleen maar dat atheïsten zelf ook niet meer weten wat ze geloven. De theepot was een knappe drogreden; het spaghettimonster een flauwe absurditeit.

Het gemak van de stroman

Russell gebruikte de analogie van een theepot die een baan rond de zon maakt, maar zo klein is dat hij niet gezien kan worden, om aan te tonen dat de bewijslast van stellingen die men onmogelijk kan ontkrachten bij degene ligt die die stelling inneemt. Het vliegend spaghettimonster, dat volgens het pastafarianisme het heelal heeft geschapen, suggereert echter dat religie een volstrekt willekeurig en absurd geloof is.

Wanneer zij eisen dat zij als religie erkent worden, verheffen de pastafari allerminst de status van hun eigen ‘gedachtegoed’. Zij verlagen daarentegen wel de betekenis van religie in het algemeen. Door religie te herdefiniëren als een irrationeel geloof en religieuzen te karikaturiseren als primitieve dommeriken, kwijt men zichzelf van de taak om serieuze argumenten te bedenken. Men heeft een stroman opgezet die men naar hartenlust kan aanvallen en bespotten. Zo hoeft men de moeite niet te nemen om zich in het onderwerp van spot te verdiepen.

Kritiek zonder kennis

Bij Broodje Paap zijn wij uiteraard de laatsten om te beweren dat men religie, of eigenlijk welk onderwerp dan ook, altijd vanuit intellectueel oogpunt en op serieuze wijze moet benaderen. Maar iedere zichzelf respecterende criticus zou toch het nodige moeten weten van het onderwerp dat hij bekritiseert. Iemand die kritiek levert op een voetbalwedstrijd, moet toch op zijn minst de regels van het spel weten en een gevoel hebben voor de finesses van deze sport. Zo zou ook een zichzelf respecterende, kritische atheïst gevoel en kennis moeten hebben over dit complexe onderwerp.

Helaas lijkt het landschap van de religiekritiek vaak gedomineerd te worden door atheïsten die zichzelf overschatten in plaats van respecteren. Zij zien zichzelf als kritische denkers die alleen maar bewijsbare feiten accepteren, terwijl gelovigen lichtgelovig zijn en bereid zijn elke lariekoek te slikken. Zij vergeten daarbij vaak voor het gemak dat de grote religies altijd aan de wieg hebben gestaan van rede, onderwijs en wetenschap.

De lichtgelovige atheïst

Vorig jaar schreef Guido Dierickx SJ al eens een artikel waarin hij de mythe ontkrachtte dat gelovigen lichtgelovig zijn. De ironie is dat de ‘sceptici’ die deze mythe blind geloven, het beeld van Dierickx, Paas en Peels lijken te bevestigen. Wanneer men niet meer in God gelooft, is men blijkbaar bereid om in van alles te geloven. Want wat is het verschil tussen een spiritualist die meent dat zijn orakel hem bijzondere wijsheid geeft en een atheïst die meent dat zijn ongeloof hem bijzondere wijsheid geeft? Wie het weet mag het zeggen.

De versimpeling van religiekritiek leidt tot gemiste kansen vanuit atheïstische hoek. Ik kon het artikel van Paas en Peels wel waarderen, maar zou me best kunnen voorstellen dat men met een gedegen kritiek komt. Helaas moeten atheïsten het stellen met iemand als Max Pam, en dat is dikke pech voor ze want ik ken ook atheïsten die zich soms schamen voor de bulk aan ongeïnformeerde anti-religieuze pulp die ment tegenwoordig vaak aantreft.

Bertrand Russell was een intellectueel, maar heeft het christendom nooit begrepen. We vinden veel van zijn ideeën terug in de atheïstische helden van vandaag zoals Richard Dawkins. Die laatste mag dan wel een intelligent wetenschapper zijn, maar zelfs nog nooit de moeite heeft genomen om het christendom te begrijpen. Toch moeten serieuze atheïsten tot hun spijt constateren dat hij populair is bij een breed religieus ongeletterd publiek. Dat kan soms pijnlijk zijn. Maar anderzijds is het ook wel eens pijnlijk voor christenen wanneer onze mede-gelovigen idiote dingen zeggen.

Het succes van een falende religie

De vraag die in de titel van dit artikel wordt gesteld, is dus eenvoudig te beantwoorden. Atheïsten zijn heus zo dom niet als zij eruit zien. Het zou verkeerd zijn om ze te beschuldigen van gebrek aan intelligentie. Zowel theïsten als atheïsten nemen hun overtuigingen serieus. Beide standpunten verdienen dus een serieuze beschouwing. Je mag een standpunt niet beoordelen naar haar zwakste vertegenwoordigers. Het zijn soms nu eenmaal de domsten die de grootste mond opzetten.

Wie meent dat religie een bijgeloof met succes is en Jezus vergelijkt met Char, bewijst dat hij geen flauw idee heeft waarover hij praat. Het ontgaat hem dat de religieuze tradities altijd afkerig zijn geweest van bijgeloof en dat zij wonderdoeners met terughoudendheid hebben bekeken. Maar er is nog iets belangrijkers dat hen ontgaat. Wanneer Char faalt, wordt zij ontmaskerd als charlatan. Wanneer de Mensenzoon faalt, neemt Hij de zonden van de wereld op zich en overwint Hij het kwaad.

Het christendom is zeker geen succesvol bijgeloof, maar de falende religie bij uitstek. Een geloof voor ‘losers’ en daar kun je eindeloos mee spotten. Nietzsche wist dit, maar tegenwoordig wil men het niet eens meer weten. Je kunt als atheïst gemakkelijk spotten met zaken waar je te lui voor bent om je in te verdiepen. En het staat je tevens vrij om de godsdienst in één adem te noemen met shintoïsme, scientology, Loe de Palingboer en Zeus, zoals de heer Pam doet. Maar dan staat het mij als sportkenner natuurlijk ook vrij om in één adem te beweren dat Ajax en Feyenoord in principe even gebrekkig zijn omdat Garri Kasparov voor beide ploegen nooit is uitgekomen tijdens de Elfstedentocht van 2007. Dat weet toch iedereen! Bewijs maar eens dat ik het mis heb…

, , , , , , , , , , , , ,

Jaap de Wit

Jaap is geboren in 1978 in het wonderschone Bergen op Zoom, en thans woonachtig in Gouda. Overdag is hij software engineer en ‘s avonds is hij Rooms-Katholiek. Hoewel hij kort na zijn geboorte al een tijdje katholiek is geweest, was hij jarenlang atheïst. Op een dag in 2010 liep hij per abuis tegen het het ware geloof aan en sindsdien zit hij weer stevig in de kerkbanken. Sinds 2012 is hij enthousiast lid van Koor Padua en sinds 2014 is hij ook acoliet in Gouda.

Alle berichten van Jaap


4 reacties op “Zijn atheïsten echt zo dom?”

Laat een reactie achter op kerstmanneke82 Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *