Het platte, Bijbelse vermaak van Risen

Sinds kort draait Risen in de bioscoop. Mijn nieuwsgierigheid naar deze film was gewekt nadat ik de trailer had gezien en een aardige recensie van Mgr. Robert Barron had gelezen. Mijn vrouw en ik besloten dus om de film afgelopen paaszondag te gaan bekijken.

Risen speelt zich af tussen Goede Vrijdag en Hemelvaart en vertelt het verhaal van de Romeinse tribuun Clavius (Joseph Fiennes), die belast wordt met het onderzoek naar het lege graf van Jezus (Cliff Curtis). Om het verhaal van de verrezen Messias de kop in te drukken, krijgt hij van Pilatus (Peter Firth) de opdracht om het lichaam van Christus terug te vinden. Hij wordt hierbij bijgestaan door de jonge, ambitieuze centurion Lucius (Tom Felton).

risen

Doordat de film begint bij de kruisiging, wordt de kijker direct meegenomen in een verhaal dat zich in snel tempo ontvouwt. Ik vond het heel verfrissend dat Risen enerzijds in redelijk hoge mate trouw is aan de Bijbel, maar anderzijds geheel verteld wordt vanuit het oogpunt van een heidense Romein met een voorliefde voor Mars. Het idee van een mens die uit de dood opstaat, is voor hem (en eigenlijk voor iedereen) ondenkbaar. Daardoor vertrekt de film niet vanuit het gegeven dat de Heer is opgestaan – iets wat christenen na zo’n tweeduizend jaar inmiddels voor lief nemen – maar vanuit de vraag hoe de apostelen het in hemelsnaam hebben klaargespeeld om een lichaam te stelen onder het oog van twee Romeinse soldaten. Dat zorgt er dan ook voor dat de film een stuk minder dweperig is dan veel andere verfilmingen van Bijbelverhalen. Toch wordt Clavius gaandeweg geconfronteerd met de realiteit van de verrijzenis. Dat betekent een omslag in zijn denken en het leidt tot twijfels over alles wat hij tot dan toe vanzelfsprekend vond.

Met uitzondering van Clavius worden de personages echter niet echt uit uitgediept. Sommige Bijbelse figuren worden zelfs als karikaturen neergezet. Zo doet de apostel Bartholomeus (Stephen Hagan) eerder denken aan hippie die teveel paddo’s heeft gegeten, dan aan een eerste-eeuwse jood. Wanneer je als onschuldige bioscoopbezoeker het tenenkrommende acteerwerk van Bartholomeus hebt doorstaan, begrijp je in ieder geval wel waarom hij volgens de overlevering uiteindelijk levend is gevild. Petrus (Stewart Scudamore) vond ik persoonlijk een stuk leuker en geloofwaardiger, hoewel het gezien zijn positie als eerste Summus Pontifex nogal vreemd was dat hij geen pauselijke tiara droeg. Uitgaande van zijn klederdracht, nam hij de franciscaanse spiritualiteit nog serieuzer dan onze huidige paus. En dan wil ik het niet eens hebben over de wijze waarop hij de Heilige Communie uitdeelde. Een traditionalist op de eerste rij van de bioscoopzaal mompelde instemmend toen Petrus het brood consacreerde met zijn rug naar het volk, maar overleed vervolgens aan acuut hartfalen toen de Heilige Vader een stuk van dat brood over zijn schouder naar een heiden wierp.

IMDb deelt de film in onder de genres ‘actie’ en ‘avontuur’, maar wie daar naar op zoek is, komt bedrogen uit. Op enkele scenes na, zit er weinig actie en avontuur in Risen. Het is het persoonlijke verhaal een ongelovige Romein, die getuige is van de verrijzenis van Christus. Niets meer en niets minder. Het verhaal heeft weinig diepgang en voegt ook niet veel toe aan de bekende Bijbelverhalen. Dat de film Amerikaans is, staat ook buiten twijfel wanneer Hemelvaart verdacht veel op een kernexplosie lijkt.

Toch is Risen zeker geen slechte film. Het gebrek aan diepgang wordt ruimschoots gecompenseerd door de frisse invalshoek. De verschillende gebeurtenissen tussen Goede Vrijdag en Hemelvaart vormen een logische opeenvolging in de verhaallijn. Dat maakt het tot een een mooi portret van iemand die slechts een fictieve bijrol in deze gebeurtenissen heeft gespeeld. Er zitten een aantal krachtige scenes in, met als hoogtepunt de verschijning van Christus aan de apostelen in het bijzijn van Thomas (Jan Cornet). Hij is wellicht niet fantastisch, maar ik vond hem absoluut vermakelijker dan de gemiddelde Bijbelse film. Bovendien toont het verhaal nogmaals aan dat we God niet kunnen dwingen om het christelijke geloof te bewijzen door ons wonderen te tonen. Zelfs voor de getuigen van zulke wonderen is de worsteling tussen geloof en ongeloof namelijk niet makkelijker. Voor de apostelen, voor Clavius, maar ook voor de mens van vandaag, geldt dat iedere objectieve ontmoeting met Christus bekeken wordt door de subjectieve lens van de ervaring. Die constatering is zeker niet nieuw of origineel, maar Risen slaagt er wel in om ons op boeiende wijze de lens van een sceptische getuige voor te houden.

, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

Jaap de Wit

Jaap is geboren in 1978 in het wonderschone Bergen op Zoom, en thans woonachtig in Gouda. Overdag is hij software engineer en ‘s avonds is hij Rooms-Katholiek. Hoewel hij kort na zijn geboorte al een tijdje katholiek is geweest, was hij jarenlang atheïst. Op een dag in 2010 liep hij per abuis tegen het het ware geloof aan en sindsdien zit hij weer stevig in de kerkbanken. Sinds 2012 is hij enthousiast lid van Koor Padua en sinds 2014 is hij ook acoliet in Gouda.

Alle berichten van Jaap


2 reacties op “Het platte, Bijbelse vermaak van Risen”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *