Het kerstprofiel van de kansloze katholiek

Door: Henk

Als katholiek beschik ik niet over een goede baan, een auto of een koopwoning, laat staan over een hypotheek. Daar ik sinds de bisschoppelijk veroordeling van de PvdA in 1954 ook huurtoeslag weiger, heb ik niet veel om van te leven. Gelukkig zijn biecht, aflaten en eucharistie gratis, evenals het lezen van Broodje Paap. Het kerkelijk leven voorziet ook in mijn stoffelijk voedsel. Ik zit namelijk als vrijwilliger op een pastorie. Behalve op de gebruikelijke koffie, koffiekoeken en andere etensresten die na de mis worden geserveerd, leef ik op de pasteitjes, gehaktbroden en gevulde eieren die ik op de pastorie weet te onderscheppen. Deze spijzen zijn eigenlijk voor de pastoor bedoeld, maar de goede man is al behoorlijk doorvoed en past nauwelijks nog in de biechtstoel. Ik handel dus volstrekt volgens mijn geweten. Als dank krijg ik van de pastoor regelmatig een fles Chilisaus mee. Hij heeft een hele voorraad. De oorzaak is een vergissing. De aartsbisschop van Manilla heeft ooit gesteld dat de donatie van een fles Chilisaus aan een geestelijke de gebruikelijke voorwaarden voor een aflaat kan vervangen.

Helaas komt er tijdens de advent nauwelijks voedsel binnen. Katholieken zijn immers aan het hamsteren voor hun eigen kerstdiners. Struinend door een Amsterdams café op zoek naar koude resten van bitterballen, cappuccino en verkleurde paté treft de blik van een man in een rek met gratis wenskaarten mij:

Vrede op aarde - Kerst begint voor mij in de kerk
Typisch protestantse kerstkaart

“De hemel op aarde”, lees ik. Aangezien ik mij van de hemel vooral in culinair opzicht zeer levendige voorstellingen maak, bestudeer ik de kaart met veel aandacht. Hij wordt mij gratis aangeboden door de Pr#testantse Kerk Amsterdam. Die hebben geld, denk ik, indachtig de vele kerkgebouwen die de pr#testanten van ons hebben gestolen, leeggeroofd, verhuurd en verkocht. Hoe zou het zijn als al die gebouwen opnieuw bevolkt werden door pausgezinde processieminnende gelovigen? Mijn vrome gedachte wordt onderbroken door een vrouw met grote laarzen, een eigentijds brilmontuur en geverfd haar. “Weet u al welk kerstprofiel u heeft?”, zegt ze met een vette glimlach en ze reikt me een computertest aan.

Sommige vragen zijn echt hoofdbrekers.

11. Uw werkgever biedt u de keuze uit vier kerstpakketten. Welke wordt het?

A. Een ontwikkelingshulppakket: ik stuur een ezel naar Mali, voetbalspullen naar weeskinderen, of tomatenplantjes naar boeren in een arm land.

B. Een luxe voedselpakket met een magnum champagne, gerookte wilde zalm, kaviaar en andere heerlijkheden.

C. Er moet iets moois inzitten om in mijn huis neer te zetten: een karaf, of een mooie schaal.

D. Wat er ook in mijn kerstpakket zit, ik breng alles wat eetbaar is direct naar het Leger des Heils.

Ik heb al jaren geen kerstpakket gehad. Meestal werd ik net voor kerst ontslagen. Het idee dat een werkgever me uit vier kerstpakketten laat kiezen, doet me duizelen. De optie “’Wat er ook in mijn kerstpakket zit, ik eet alles op – eetbaar of niet,” zit er niet bij. Ik kies dus A (het grootste pakket) en terwijl ik de ezel, de voetbalspullen en de tomatenplantjes in gedachten naar binnen werk, loopt het water mij in de mond.

Katholiek Nederland telt zeven bisdommen. De PKN kon niet achterblijven en deelde de Nederlandse bevolking op in zeven kerstprofielen. Volgens de test is mijn kerstprofiel “Sfeervol genieten”:

“U houdt van lekker eten en drinken, feestelijkheid, en al het goede dat het leven te bieden heeft. (…). Voor u is Kerst niet compleet zonder een feestelijk aangeklede kerstboom, veel kaarsen, en een reerug met daarbij een fles prachtige rode wijn (…) Uit ons ruime kerstaanbod selecteerden we speciaal voor uw kerstprofiel een aantal evenementen die ons inziens een zinvolle aanvulling vormen op de Chateau Pétrus en het wildgebraad.”

Het woord is vlees geworden - Kerst begint voor mij bij de slager
Door de bisschoppen afgekeurde mediacampagne van Broodje Paap

Op wildgebraad ben ik dol, vooral op hert, wild zwijn en babykangoeroe. (Gebraden bunzing, doodsoorzaak nummer één op dieselbusbedevaarten naar Polen, vind ik zielig en eet ik alleen als penitentie.) Is Chateau Pétrus niet die wijn van 1000 euro per fles?

“Waar kan ik mij opgeven voor het diner?”, vraag ik de vrouw met de grote laarzen, het eigentijdse montuur en het geverfde haar.

“We gaan ervan uit dat je die Chateau Pétrus en het wildgebraad zelf organiseert,” zegt ze met een moddervette glimlach. “Wij zien ieder medemens als een kerstconsument met een uniek kerstprofiel. We bieden jou een kerkdienst die qua sfeerbeleving aansluit bij jouw persoonlijke kerstprofiel en qua tijdstip bij jouw persoonlijke eetritme. Klassiek, en toch heel eigentijds. Een zinvolle aanvulling op jouw maagvulling.”

Dan prijst de vrouw de levende kerststallen aan, die de PKN her en der in de stad heeft georganiseerd.

“Ik heb liever dode kerststallen, enkele dagen bestorven, met voldoende hout en stro om de beesten te roosteren”, zeg ik.

“Jij denkt alleen maar aan je maag!”, roept de vrouw.

“Wie begon er over sfeervol genieten met wildgebraad?”, roep ik hongerig.

“Maar wil je dan niet naar een plek waar mensen elkaar het verhaal vertellen?”

“Eerlijk gezegd vind ik wijn om te drinken en niet om over te praten.”

“Ik bedoel het kerstverhaal”, zegt de vrouw. Haar glimlach is nu minder vet.

“Het kerstevangelie hoor ik ieder jaar in de nachtmis, maar een Chateau Pétrus, die zou ik nu wel eens willen proeven.”, leg ik haar uit. “Bij ons is alles gratis: evangelie, biecht, communie en zelfs kaarsen opsteken (als er niemand kijkt). Dat is een prijs-kwaliteitverhouding waar de PKN niet tegenop kan.”

De vrouw druipt af. Mijn maag knort. Ik ga dit jaar met kerst naar Rome. In nachtelijk Rome verkleedt Paus Franciscus zich als gewone priester om voedsel uit te delen aan de daklozen. Volgens slecht ingelichte bronnen zijn deze genadetochten inmiddels in strooptochten ontaard, omdat de populaire pontifex veel meer brood, wijn en wildgebraad krijgt toegeworpen dan hij ooit aan de Roomse daklozen kan slijten. Ook de afgeslankte curie kan er nauwelijks tegenop eten. In nachtelijk Rome verkleed ik me stiekem als paus. Iemand werpt mij een Chateau Pétrus en wat wildgebraad toe. Als ik mijn ergste honger en dorst gestild heb, begeef ik mij naar de Basiliek van Santa Maria Maggiore.

In deze basiliek, dé Mariakerk van Rome, worden de resten bewaard van de H. Kribbe, de voederbak waarin Maria Jezus legde na zijn geboorte. In de crypte kniel ik naast de knielende Pius IX neer voor de reliekschrijn terwijl ik mij voorstel wat er na 2013 jaar nog over is van die kribbe. Maar dan hoor ik zingen Hodie Christus natus est! Heden is Christus geboren! Ik loop twintig eeuwen achter! Ik bestijg de trappen en nader het hoogaltaar waarop de Eucharistie gevierd wordt door zeven bisschoppen. Bij iedere mis, maar vannacht in het bijzonder, is dit altaar de H. Kribbe van Bethlehem, de voederbak die Jezus draagt, het vleesgeworden Woord dat voor ons tot geestelijk voedsel wordt. “Ik ben het brood om van te leven. Wie naar Mij toe komt krijgt geen honger meer, en wie in Mij gelooft krijgt nooit meer dorst.” (Joh 6, 35). In iedere (kerst)mis, waar ter wereld ook, mogen we Hem ontvangen, niet als aanvulling op wijn en wildgebraad, maar als Licht uit Licht, het Licht dat in het duister schijnt en iedere mens verlicht.

Ook voor Pausen begint Kerstmis met een Kerst-Mis

En met Gerald Manley Hopkins SJ verzucht ik:

“Moonless darkness stands between.
Past, the Past, no more be seen!
But the Bethlehem-star may lead me
To the sight of Him Who freed me
From the self that I have been.
Make me pure, Lord: Thou art holy;
Make me meek, Lord: Thou wert lowly;
Now beginning, and alway:
Now begin, on Christmas day.”

, , , , , , , , , ,

Henk

Henk is een Amsterdamse klaploper die uit pure wanhoop eens een bijdrage leverde aan Broodje Paap om de kerstperiode door te komen.

Alle berichten van Henk


Eén reactie op “Het kerstprofiel van de kansloze katholiek”

  • In uw verhaal klinkt voor mij een droeve stem van eenzaamheid door, hoewel ik natuurlijk niet weet of u alleen bent.

    Ergens hoop ik voor u dat deze komende dagen samen met anderen mag genieten van een met warmte bereid kerstdiner door diegenen die u genegen zijn.

    Kerst is immers ook het feest van het kunnen liefhebben en waarderen hoe men met veel zorg een speciale maaltijd verzorgt op een bijzondere dag als 25 december.

    Ik onderschrijf dat eten op zichzelf staand niet het hoofdthema zou mogen zijn. Daarentegen mag het ook geen excuus worden om de eigen eenzaamheid te verbergen.

    En soms heb ik dat gevoel een klein beetje wanneer het feestelijke aspect wordt afgedaan met ‘alleen maar eten’.

    Mocht u eenzaam zijn met kerst, dan mag u bij mij althans immer aanschuiven aan tafel; kerst is het blij zijn met elkander in Hem die ons als eerst heeft liefgehad.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *