Madonna en Kind door Agnolo Bronzino

Over flirtende protestanten en gecharmeerde katholieken

Iemand stuurde me laatst het boek ‘Flirten met Rome’. In dit boek schrijven negen prominente protestanten over hun relatie met het katholicisme. Er komen diverse onderwerpen aan bod. Zo schrijft Andries Knevel over zijn fascinatie voor paus Franciscus, en pleit Theo Boer voor de heldere ethiek van de katholieke Kerk. Herman de Vries schrijft op prachtige, zelfs tedere wijze over Maria, terwijl predikant Hans Kronenburg een nuchter betoog houdt voor het invoeren van bisschoppen binnen de protestantse Kerk. Het boek is samengesteld en van inleiding en epiloog voorzien door gereformeerd theoloog en predikant Almatine Leene.

Elke auteur neemt een hoofdstuk voor zijn rekening. Waar sommige schrijvers een ontroerende, emotionele getuigenis neerzetten, zoeken anderen een meer intellectuele toenadering met Rome. Toch vertelt iedere auteur een heel persoonlijk verhaal. Ik vind dat meteen de kracht van dit boekje. Ik las een recensie van Wolter Huttinga, die juist op dat punt kritiek had. Hij had graag wat meer theologische analyse gehad. Ik durf te wedden dat die Huttinga een protestant is.

Begrijp me niet verkeerd. Ik vind theologische analyses prima, hoor. Ze zijn zelfs van wezenlijk belang in de oecumenische dialoog. Maar ja, die theologische verschillen zijn nu eenmaal zo lastig, dat als we als christenen één willen worden in dat Lichaam van Christus, we dat toch eerst vanuit ons hart moeten doen. Een flirt is wat mij betreft een prima beginpunt om die harten voor elkaar te openen. Ik was dan ook bijzonder gecharmeerd door de oprechte bijdragen in dit boek.

Natuurlijk komen hier en daar de klassieke anti-paapse vooroordelen nog wel even naar boven, maar juist omdat dit een flirt is en geen theologisch traktaat, ben ik geneigd deze voorlopig te negeren. Het is me vaker opgevallen dat wanneer protestanten flirten met de katholieke Kerk, die vooroordelen langzaam maar zeker vanzelf verdwijnen.

Liever diversiteit dan een schijn-eenheid

Laten we dus de bijzaken even vergeten en het doel voor ogen houden. Redacteur Leene hoopt dat deze flirt ooit leidt tot een huwelijk. Net zoals gehuwden één worden, zouden ook Rome en de reformatie weer één Lichaam van Christus moeten worden. Maar, zo stelt ze in de inleiding, dat betekent niet dat we totaal hetzelfde moeten worden. Echtgenoten blijven immers ook zichzelf en laten volledig ruimte voor de ander.

Ik vind deze vergelijking problematisch. Het is niet zo dat ik het er mee oneens ben, maar dat ik het nogal vaag vind. Er zijn helaas nogal wat katholieken die een al te simplistisch beeld van de oecumene hebben. “Kom allemaal maar weer terug in de Rooms-katholieke Kerk. Probleem opgelost.” Dat zou vanuit katholiek oogpunt wellicht heel wenselijk zijn, maar dat gaat in de praktijk zo niet werken. We moeten dus, ondanks onze verschillen, naar elkaar toe groeien. Dat moet van beide kanten komen en daarbij moeten we elkaars sterke punten erkennen en respecteren. Als dat is wat Leene bedoelt, dan kan ik daar van harte in meegaan. Ook binnen de katholieke Kerk is grote diversiteit en wordt op verschillende manieren gestalte gegeven aan de christelijke identiteit. In die zin ben ik het met haar eens dat men ruimte laat voor de ander.

Aan de andere kant schuilt er echter het gevaar in dat men een schijn-eenheid creëert. Als men elkaar tolereert en de diepgaande theologische verschillen niet noemt, dan is er een vredig samenleven. Dat is heel fijn, maar daarmee zijn we nog geen eenheid. Ik merk bovendien vaak in gesprekken met protestanten, dat zij onder het mom van oecumene vinden dat de Kerk van Rome moet ophouden met katholiek zijn. Zij bedoelen dit meestal goed en hebben niet door dat in het oecumenische kerkbeeld dat zij voor ogen hebben, de Rooms-katholieke Kerk niet meer dan een protestantse denominatie is geworden.

Van flirt naar huwelijk

Flirten met Rome
De cover van Flirten met Rome

Maar hoe komen we dan van een flirt tot een huwelijk? Gelukkig heeft Almatine Leene daar ook over nagedacht en schrijft ze een aantal zinnige dingen in de epiloog. Ze haalt daarbij Frank Bosman aan en onderscheidt drie punten van aandacht: overeenstemming op fundamentele theologische zaken, erkenning van elkaars avondmaal/eucharistie en erkenning van elkaars ambtsdragers. Het eerste punt laat ik graag over aan theologen, en het derde punt aan ambtsdragers. Maar de eucharistie, daar heb ik als gemiddelde huis-tuin-en-keukenkatholiek wel wat over te zeggen. Tegelijkertijd vind ik ook dat juist dat punt wat onderbelicht is gebleven in ‘Flirten met Rome’.

Uiteraard wordt het wel genoemd. Ciska Stark noemt de verschillende opvattingen over het avondmaal, maar plaatst het verder in een liturgische context. Terecht hoor, want daar ging haar stuk over. Hans Kronenburg noemt het ook, maar plaatst het in de context van de apostolische successie. Misschien komt Rien van den Berg het dichtst bij wat ik zo miste in dit boek. Zijn werkelijk prachtige relaas over de eucharistie die hij mocht ontvangen in een Servisch-orthodox klooster, raakte me diep.

Toch beperk ik me even tot het stuk van Ciska Stark. Ik vind het een beetje jammer dat ze de katholieke visie kort samenvat met ‘transsubstantiatieleer’. Ik hoor protestanten vaker over transsubstantiatie praten, maar negen van de tien keer gaat het dan om een soort stroman-argument. Een theoloog zou volgens mij moeten weten dat het eerst en vooral om de Werkelijke Tegenwoordigheid gaat. We kunnen dit niet zomaar afdoen als een theologisch verschilletje van inzicht. Hoe kunnen we überhaupt spreken over elkaars avondmaal ‘erkennen’ als we ten volle beseffen wat deze maaltijd betekent? We willen graag één Lichaam zijn, maar volgens de katholiek is de eucharistie het kloppende hart in dat lichaam.

Het woord dat vlees wordt in de eucharistie

De realisatie dat het Jezus Christus zelf is die we dan mogen ontvangen, plaatst de rest van haar overigens zeer interessante en leerzame stuk, in een ander licht. Zij schrijft bijvoorbeeld: “Waar protestanten vooral samenkomen rondom het woord, is een katholieke viering met woord zonder eucharistie toch een beetje behelpen.”

Ik ben geen deskundige op het vlak van de geschiedenis van de liturgie, maar het kan volgens mij geen toeval zijn dat in de katholieke mis de dienst van de tafel na de dienst van het woord komt. Immers, in het Johannesevangelie zien we al direct dat in het begin het woord was, en pas daarna dat het woord vlees geworden is. Zonder die vleeswording is de heilsgeschiedenis – en dus ons begrip van het woord – niet compleet. Het is dus – om met Ciska Stark te spreken – niet alleen voor een katholiek ‘behelpen’ wanneer de eucharistie ontbreekt. Ook voor de protestant zou een eredienst met alleen maar het woord moeten leiden tot een hunkering naar die vleeswording.

De nadruk op het woord bij protestanten komt ook regelmatig bij de andere auteurs terug. Blijkbaar vinden zij ook van zichzelf dat ze veel bezig zijn met de ratio, met uitleggen en bewijzen. Dat schept inderdaad een verlangen naar iets diepers. Mirjam van der Vegt schrijft daarover: “Ik verlang naar thuiskomen bij Jezus aan tafel. Eenvoud in de diensten; een plek om te komen met alle vragen.” Haar verlangen gaat de juiste kant op, maar ironisch genoeg blijft ze dan toch weer steken bij woorden. Natuurlijk mag je met vragen aan tafel komen, maar de tafel is in de eerste plaats bedoeld om te vieren, om je te voeden, en bovenal, om Hem zelf te mogen ontvangen.

Protestanten en de Emmaüsgangers

Ik bedoel dit alles overigens niet als kritiek. Het is eerder een wens om begrepen te worden. Want laten we eerlijk zijn, iedereen voelt zich gecharmeerd als er met hem of haar geflirt wordt. Het is leuk wanneer anderen je uiterlijkheden leuk vinden. Er worden dan ook mooie dingen gezegd over onder meer de paus, Maria, de katholieke ethiek, de monastiek, en zelfs de hiërarchie. Uit deze verhalen van protestanten spreekt soms meer liefde voor de katholieke traditie dan ik bij menig katholiek ben tegengekomen. Het boek is dus verplicht leesvoer voor iedere katholiek. Ik ben de auteurs erg dankbaar voor hun bijdragen en hoop oprecht dat een aantal prominente katholieken in boekvorm gaan flirten met de reformatie. Ik zou het met veel interesse lezen.

Maar toch. Met flirten alleen komen we er natuurlijk niet. Uiteindelijk wil ieder mens geliefd worden om zijn diepste wezen. Als katholiek kan ik in mijn diepste niet wezen niet gezien en begrepen worden wanneer je niet ziet dat ik – en velen met mij – Jezus Christus telkens weer mag ontvangen in de eucharistie.

Wellicht begrijp ik zelf de protestanten ook niet helemaal. Ik bewonder hun aandacht voor het woord, maar tegelijkertijd doen ze me denken aan de Emmaüsgangers. Die liepen de hele dag met Jezus over theologie te praten. Ze luisterden aandachtig en lieten zich onderwijzen. Ze genoten daar zo van dat ze wilden dat Hij bij hen bleef. En toch herkenden zij Hem niet. Die herkenning van Christus kwam pas bij het breken van het brood. Daar bid ik voor. Ik gun het hen van harte.


Dit artikel is gebaseerd op mijn column in ‘Van Harte Katholiek’ van 3 mei 2017 op Radio Maria.

, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

Jaap de Wit

Jaap is geboren in 1978 in het wonderschone Bergen op Zoom, en thans woonachtig in Gouda. Overdag is hij software engineer en ‘s avonds is hij Rooms-Katholiek. Hoewel hij kort na zijn geboorte al een tijdje katholiek is geweest, was hij jarenlang atheïst. Op een dag in 2010 liep hij per abuis tegen het het ware geloof aan en sindsdien zit hij weer stevig in de kerkbanken. Sinds 2012 is hij enthousiast lid van Koor Padua en sinds 2014 is hij ook acoliet in Gouda.

Alle berichten van Jaap


3 reacties op “Over flirtende protestanten en gecharmeerde katholieken”

  • sylviavandenheede schreef:

    Helemaal waar. Dat is voor mij ook het grootste, en wezenlijke verschil tussen een mis en een dienst. Ik kan het weten, ik heb allebei meegemaakt.

  • Bert Verweij schreef:

    Goed dat dit soort boeken verschijnen en besproken worden.
    Tja en dan die transsubstantiatie….
    Bisschop De Kort zei hier onlangs over in het Reformatorisch Dagblad (!)

    Wat provocerend gezegd: ik geloof helemaal niet in de transsubstantiatie. Want transsubstantiatie is filosofie, een poging van de kerk om met een begrip uit de natuurfilosofie van Aristoteles het geheim van de ”presentia realis” onder woorden te brengen. In het theologisch gesprek hoeft de transsubstantiatie dan ook niet centraal te staan. Het gaat eerder om de vraag: wat betekent het dat zowel het protestantisme als de Romana over de werkelijke tegenwoordigheid van Christus spreekt?

    http://www.rd.nl/kerk-religie/bisschop-de-korte-herdenkt-reformatie-en-soms-viert-hij-die-1.1396616

    • Jaap de Wit schreef:

      Ik had die uitspraak niet gezien, dus bedankt dat je er op wijst. Dat is ook precies waar ik op doelde.

Laat een reactie achter op Bert Verweij Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *