Over doe-het-zelf diëten en vastende katholieken

De vastentijd is weer begonnen, dus mijn column zal deze maand niet zo veel diepgang hebben. Ik heb namelijk besloten wat minder afhankelijk te zijn van mijn knappe intellect en gevatte observaties. Menig katholiek heeft dinsdagavond zijn carnavalskostuum terug in de kast gedaan en gisteren het boetekleed aangetrokken. Het klinkt misschien een beetje vreemd, maar de veertigdagentijd is mijn favoriete periode van het jaar. Het is dan altijd lekker rustig op Facebook, omdat al mijn katholieke vrienden en familieleden zes weken lang geen gebruik maken van sociale media.

Maar de vastentijd heeft nog meer voordelen. Ben je in de drukte en de chaos van je dagelijkse beslommeringen Christus een beetje kwijtgeraakt? Dan is dit het ideale moment om Hem terug te vinden. En je hebt er niet eens de voorspraak van Antonius voor nodig!

Ik hoor altijd mensen praten over de dingen die ze niet doen tijdens het vasten. Vroeger was het heel eenvoudig, je at en dronk gewoon veel minder. Tegenwoordig hebben we allerlei alternatieve manieren gevonden om te vasten. Dat is ook wel begrijpelijk, want de maatschappij is nu eenmaal dusdanig complex geworden dat veel van onze technologische verworvenheden inmiddels bijna primaire levensbehoeften zijn geworden. We vinden ze zo belangrijk, dat we uit balans raken wanneer we ze tijdelijk uit ons dagelijks leven verbannen.

Het is dus niet verwonderlijk dat mensen de afgelopen jaren tijdens deze periode steeds vaker Facebook aan de kant zetten of hun tablet of smartphone in de kast stoppen. Net als voedsel, zijn sociale media en mobiele communicatie voor velen voordelig en noodzakelijk. Maar tegelijkertijd leiden ze ons soms ook af van de zaken die er echt toe doen: onze relatie met God en met de mensen om ons heen. En, zoals kardinaal Eijk het zo mooi verwoordde in zijn vastenbrief, manifesteert ‘de grote verleider’ zich tegenwoordig minstens zo vaak als ‘de grote afleider’. Persoonlijk vind ik dan ook dat iedereen zelf het beste kan bepalen op welke manier hij of zij mindert. Uiteindelijk draait vasten niet om hetgeen we niet doen, maar om wat we dan allemaal wél doen.

Het lijkt wel of dat soms wordt vergeten. Als ik zie wat mensen de afgelopen jaren rond deze tijd op sociale media plaatsen, dan lijkt dat vasten wel op een persoonlijk dieet, of een doe-het-zelf afkickprogramma. En ik heb mezelf er ook weleens op betrapt, hoor. Ik mag ’s avonds graag een wijntje of biertje drinken en dan is de vastenperiode het uitgelezen moment om daarmee te stoppen en trots op jezelf te zijn dat dat dit jaar weer is gelukt. Maar dat is juist het tegenovergestelde van vasten. Vasten is geen zelfhulp, maar de realisatie dat je jezelf niet kunt helpen zonder de genade van God. Het zou dus beter zijn om jezelf vol te proppen met eten en God daarbij uitbundig te bedanken dan jezelf te feliciteren om de kilo’s die je bent kwijtgeraakt.

prijs-de-heer

De dingen die we tijdens het vasten laten, zijn niet slecht. Het zijn geen dingen die we op zouden moeten geven om beter of gezonder te leven. We hebben voedsel en drank nodig om te leven. We hebben sociale media nodig om te communiceren. Ze zijn ons door God gegeven, en zoals alles dat door God gegeven is, kan je ze op een goede en een verkeerde manier gebruiken. Door ze tijdens de vastenperiode juist tot het minimum te beperken, word je vanzelf op de goede manier teruggeworpen. Vervolgens merk je dat je tijd en geld overhoudt voor anderen.

Het is natuurlijk niet voor niets dat de Kerk tijdens de veertigdagentijd nog meer dan anders de nadruk legt op liefdadigheid. Diëten doe je om met jezelf in het reine te komen, vasten om in het reine te komen met God en met de ander. Liefdadigheid is daarbij een uitstekend en voor de hand liggend middel, want wat je voor een ander doet, dat doe je ook voor God.

Maar de werkelijke reden dat de veertigdagentijd mijn favoriete periode is, is niet de nadruk op liefdadigheid. Nee, het is toch meer gelegen in de manier waarop het mijn gebedsleven verandert. Zoals ik al zei, gaat het tijdens de vasten om de dingen die je wel doet. En ik herinner me rond deze periode steeds dat mijn rozenkrans weer eens stof ligt te vergaren, dat ik toch echt niet zoveel meer in de Bijbel lees, of dat de gewoonte van mijn vrouw en ik om dagelijks het angelus te bidden een beetje aan het verwateren is. Tijdens een goede vastenperiode besteed ik juist aan deze dingen extra aandacht, en ik merk dat ik daar dan erg vrolijk van word. En dat is maar goed ook, want zoals we gisteren tijdens de evangelielezing uit Matteüs 6 hebben mogen horen, is het niet de bedoeling dat we een somber gezicht opzetten.

Die passage uit het Matteüsevangelie doet het trouwens ook ieder jaar weer goed op sociale media en blogs. Ik vind het telkens weer een beetje vermakelijk om te zien dat mensen hun vastenvoornemens en Aswoensdag-selfies posten en hoe anderen vervolgens op basis van die lezing uit Matteüs 6 kritiek leveren. Jezus zegt immers dat men in het verborgene zou moeten vasten. De ironie daarvan is dat men dan blijkbaar zelf niet inziet dat dergelijk Bijbelsmijten ook heel goed kan worden gezien als het pronken met de eigen gerechtigheid waar Jezus nu juist in dat hoofdstuk voor waarschuwt. Jezus bedoelde uiteraard niet dat je altijd compleet in het geheim moet vasten of dat niemand het ooit mag weten wanneer je aalmoezen geeft. Uiteindelijk gaat het om de intentie waarmee je deze dingen doet. Als je alleen maar wil tonen dat je vast, of aalmoezen geeft, of Bijbelverzen over vasten kent waarmee je mensen om de oren kunt slaan, dan heb je inderdaad je loon al ontvangen. Al is het maar in de vorm van ‘likes’ op Facebook. Maar over die intentie kan eigenlijk alleen God oordelen. Zie ook een hoofdstukje verder in Matteüs.

Ik maak me er ook weleens schuldig aan dat ik twijfel over de motieven van anderen, maar eigenlijk ga ik er liever vanuit dat iedereen zijn voornemens, meningen en foto’s met de beste intenties deelt. Toch zeker nu. Ik lever al vaak genoeg kritiek in mijn columns, maar in deze vastentijd probeer ik eens extra kritisch op mezelf te blijven en barmhartig naar de ander. Ik wens dan ook alle lezers en luisteraars een gezegende tijd van bezinning en bekering toe. Ik hoop dat we met z’n allen, tussen de afkickverschijnselen door, onze relatie met de Gekruisigde mogen versterken, en daarin ook de vreugde mogen ontdekken die van Pasen zo’n geweldig feest maakt. Dan jubelen met z’n allen dat Hij verrezen is, met in de ene hand onze smartphone en in de andere een paasei.


Dit artikel is gebaseerd op mijn column in ‘Van Harte Katholiek’ van 11 februari 2016 op Radio Maria.

, , , , , , , , , , , , , ,

Jaap de Wit

Jaap is geboren in 1978 in het wonderschone Bergen op Zoom, en thans woonachtig in Gouda. Overdag is hij software engineer en ‘s avonds is hij Rooms-Katholiek. Hoewel hij kort na zijn geboorte al een tijdje katholiek is geweest, was hij jarenlang atheïst. Op een dag in 2010 liep hij per abuis tegen het het ware geloof aan en sindsdien zit hij weer stevig in de kerkbanken. Sinds 2012 is hij enthousiast lid van Koor Padua en sinds 2014 is hij ook acoliet in Gouda.

Alle berichten van Jaap


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *