De barmhartige atheïst

De dakloze en de ongelovige

Iedere dag liep de barmhartige atheïst rond het middaguur van zijn werk naar het tankstation om een broodje te kopen. Het was nog geen honderd meter verderop en meestal was hij zo weer terug. Soms dook er een bekend figuur voor hem op, of hij hoorde zijn stem opeens achter hem: “Hé, maestro, heb je misschien 3 euro voor me? Ik heb al 2 euro maar kom er nog 3 tekort.”

“Even kijken, Mo,” zei hij, en greep 3 euro uit zijn portemonnee. Hij kende Mozes al een tijd, want Mozes was een bekend gezicht in de stad. Hij was één van de daklozen die regelmatig mensen aanspraken om geld, voedsel of sigaretten te bedelen. De barmhartige atheïst wist dat er vlakbij een opvangcentrum zat voor daklozen waar zij voor 5 euro een aantal nachten onderdak en een maaltijd hadden. Mozes vroeg vaak om 5 euro, of om het geld dat hij nog tekort kwam. Soms als de barmhartige atheïst hem tegenkwam zei hij: “Nee, ik heb geen contant geld bij me, Mo. Sorry.” Maar meestal kon hij wel wat missen.

Het gebeurde ook dat hij niets bij zich had en onderweg naar het tankstation Mozes tegenkwam. En dan zei hij: “Ik heb geen contant geld, Mo, maar ik ga toch een broodje kopen dus zal ik er voor jou ook een meenemen?” Dan ging hij maar alleen naar binnen, want Mozes was niet welkom op het tankstation. Hij bedelde bij de klanten om eten en dat was niet goed voor de klandizie, dus mocht hij niet meer naar binnen. De barmhartige atheïst kocht dan maar wat broodjes, rekende af met zijn pinpas en ging terug naar buiten, waar hij een dankbare Mo een broodje beenham gaf. “Kun je ook nog shag voor me kopen?” vroeg Mozes soms. “Nee, sorry, ik koop geen shag voor je, maar eet nu maar je broodje op.”

“Dankjewel, maestro,” zei Mozes dan altijd en hij keek ook echt heel dankbaar.

Op een dag in de winter liep de barmhartige atheïst met twee vrienden door de stad. Opeens kwamen ze Mozes tegen. “Hé, maestro,” riep Mozes, “ik ben zo blij om je te zien. Heb je vijf euro voor me? Het is zo’n slecht weer…”

“Natuurlijk, Mo,” zei de barmhartige atheïst en pakte 5 euro uit zijn portemonnee.

“Wat doe je nu?” riepen zijn vrienden.

“Ach, het is rotweer en hij wil naar de opvang,” zei de barmhartige atheïst.

“Maar weet je dan niet dat dit soort mensen dat geld alleen maar gebruiken om drugs te kopen?” vroegen zij hem met groeiende verbazing.

Zwerver slapend op bankje in sneeuw
Typisch onverantwoordelijke junk

De barmhartige atheïst dacht even na en zei toen: “Ik kan niet weten of Mo drugs koopt of niet, maar het is koud en het regent en ik heb hem de mogelijkheid gegeven om vanavond een dak boven zijn hoofd te hebben. Het zou treurig zijn als hij dit nu gebruikt om drugs te kopen, maar dan is dat zijn keuze. Dankzij mijn gift kan hij er ook voor kiezen om droog te slapen, en ik hoop dat hij dat doet.”

“Maar je bent naïef,” zeiden zijn vrienden, “je moet nooit geld geven aan bedelaars, want dan voed je alleen maar hun drugsverslaving.”

“Mo vindt het ook prima als ik hem te eten geef,” zei de barmhartige atheïst, “en bovendien zou niemand in dit weer buiten moeten slapen, of hij nu door zijn eigen schuld verslaafd is aan drugs of niet. Ik weet niet eens of hij verslaafd is, maar al zou dit zo zijn: ook verslaafden zijn mensen en om te kunnen leven moeten mensen zo nu en dan eten en mogen ze niet ernstig onderkoeld raken. Hij kan er nu voor kiezen om uit de kou en regen te slapen, en dat is zijn keuze. Ik bemoei me daar verder niet mee, zolang hij maar de mogelijkheid heeft om warm te zijn.”

De barmhartige atheïst werd voor gek verklaard. Het irriteerde hem. Het had hem altijd al geïrriteerd hoe apathisch mensen konden zijn. Het was het enige punt waar hij christenen kon respecteren: ze geloofden ten minste nog ergens in! Hoe fel de barmhartige atheïst zich ook kon uitspreken tegen het christendom, hij vond slechts één ding erger dan overtuigde christenen en dat waren mensen zonder enige overtuiging. Het verbaasde hem hoe mensen op deze planeet konden rondlopen zonder na te denken over de waarheid, over normen en waarden en over de waardigheid van dit bestaan. Er sprak zo een gemakzucht uit het idee om vanuit een luxepositie te oordelen dat iedere zwerver zijn eigen misère aan zichzelf te danken had.

En dus trok de barmhartige atheïst zich niets aan van de spot van zijn kompanen. Hij gaf Mozes een paar euro of een broodje wanneer het uitkwam en hoopte dat hij het geld zou gebruiken waar het voor bedoeld was. Iets in hem zei dat dit wel zo was, maar misschien was dit naïef. Hij kon het niet zeker weten.

Toen Mozes hem die dag om 3 euro vroeg omdat hij er al twee had weten te bedelen, gaf de barmhartige atheïst deze dan ook zonder er te veel bij na te denken. Een aantal dagen daarna zag hij Mozes niet meer en hij dacht er ook niet zo over na. Tot hij hem een paar dagen later opeens om de hoek zag komen. Hij zag er anders uit dan anders. Hij was meer verzorgd. Toen Mozes de barmhartige atheïst zag, veranderde zijn blik en hij kreeg een warme gloed over zich heen terwijl hij met grote passen richting de atheïst liep. “Maestro, maestro, jou heb ik gezocht,” riep hij.

Omdat hij zo gelukkig keek, verscheen er ook een glimlach op het gezicht van de barmhartige atheïst. “Wat doet er op, Mo?”

“O, maestro, je hebt me zo gelukkig gemaakt,” zei hij en hij omhelsde de barmhartige atheïst. Dit was de eerste keer dat er zoiets als fysiek contact tussen de twee was en de atheïst was verbaasd. “Wat is er, Mo? Vertel het me.”

“Zie je dit,” zei Mozes terwijl hij trots naar zijn dikke trui wees. “Ik heb een bad gekregen in het opvangcentrum en ze hebben mijn oude kleren gewassen en ik heb deze trui gekregen!”

“Goed zo, Mo,” zei de atheïst, “je ziet er goed uit.”

“Ja, en dat is niet het enige,” vervolgde hij, “ik mocht de telefoon gebruiken en ik heb mijn dochter gebeld. Ja, ik heb een dochter, dat wist je niet, hè?” zei hij en zijn ogen glunderden vol trots.

“Nee, Mo, dat wist ik niet.”

“Jazeker,” zei hij, “en ze is zojuist afgestudeerd.” Weer glunderden zijn ogen.

“Dat is heel mooi, Mo, gefeliciteerd!”

“Ja, weet je, ik had vroeger een goede baan, een vrouw, en een dochter. Maar ik heb fouten gemaakt, maestro, grote fouten. Ik kon het allemaal niet aan. Ik verloor mijn baan. Mijn vrouw heeft mij toen verlaten met mijn dochter. Het ging steeds slechter met me en ik raakte op straat…” Even werd hij stil en de barmhartige atheïst werd ook stil. Hij was geraakt door het verhaal van Mozes.

Maar Mo vervolgde: “Maar dankzij jou heb ik nu een nieuwe trui en ik heb nu ook mijn dochter weer gesproken. Ze is net afgestudeerd en ze heeft een goede baan. En ze gaat een appartementje voor me regelen, maestro! Een appartementje! Een eigen bed, ik ben zo blij. Als ik nu een eigen adres heb kan ik misschien eindelijk uit dit zwerversbestaan stappen. Ik heb nog nooit zo’n hoop gehad. Dankjewel, maestro, dankjewel,” en weer omhelsde hij de barmhartige atheïst die nu een brok in zijn keel voelde.

Wat er daarna met Mozes is gebeurd, heeft de atheïst nooit geweten. Misschien heeft hij het in zijn eentje kunnen redden, maar misschien ook niet. In ieder geval is hij hem na deze heftige ontmoeting nooit meer tegengekomen.

De bekeerling en de Samaritaan

Een jaar of twee, drie later had de atheïst inmiddels zelf ook een dochtertje. En zijn vriendin ging ook bij hem weg, waarop ook hij zijn dochter niet meer zag. Maar de barmhartige atheïst kwam niet op straat te staan en verloor ook niet zijn baan. Hij vocht en ging verder. En wonder boven wonder ontmoette hij op een dag God. De barmhartige atheïst was niet langer atheïst, maar hij werd christen.

Toen hij zich steeds meer in zijn geloof en de Bijbel ging verdiepen, kwam hij op een gegeven moment de volgende tekst tegen:

‘Want Ik had honger en jullie hebben Me te eten gegeven, Ik had dorst en jullie hebben Me te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en jullie hebben Me opgenomen. Ik was naakt en jullie hebben Me gekleed, Ik was ziek en jullie hebben naar Me omgezien, Ik zat in de gevangenis en jullie kwamen naar Me toe.’ Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: ‘Heer, wanneer hebben we U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? Wanneer hebben we U als vreemdeling gezien en U opgenomen, of naakt en hebben we U gekleed? Wanneer hebben we U ziek of in de gevangenis gezien en zijn we naar U toe gekomen?’ De koning zal hun antwoorden: ‘Ik verzeker jullie, alles wat je voor één van deze minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan.’ (Mat. 25:35-40).

En toen de voormalige atheïst dit las, moest hij plots terugdenken aan Mozes, die hij inmiddels al min of meer vergeten was. Hij vroeg zich af of deze ontmoeting met ‘één van Zijn minste broeders’ in zekere zin ook een ontmoeting met Hem was geweest; een eerste stap in de richting van zijn uiteindelijke bekering. Hij vond dit een lastige vraag, omdat dit hem voor een dilemma stelde. Barmhartigheid komt namelijk voor bij mensen van elk (on)geloof. Christenen zijn geen betere of slechtere mensen dan anderen. Het kon dus niet zo zijn dat God hem uiteindelijk had geroepen omdat hij ooit eens consequent barmhartig was geweest. Dat leek hem althans niet echt realistisch, omdat hij dan voor de vraag zou komen te staan waarom hij zich wel door een wonder had bekeerd en een ander niet.

Deze vraag hield hem bezig tot hij eens ging nazoeken wat de lezingen waren op de dag dat hij God ontmoette. De katholieke kerk kent een vast schema voor Bijbellezingen en men kan dus in principe overal ter wereld naar de kerk gaan en ervan verzekerd zijn dat die dag dezelfde Bijbelteksten worden gelezen als elders. Zo kon hij eenvoudig achterhalen dat de dag van zijn bekering de derde lezing (de lezing uit het evangelie) ging over de barmhartige Samaritaan (Luc. 10:25-37).

Schilderij van de barmhartige Samaritaan
Typisch barmhartige Samaritaan

Dit verhaal bood hem wel wat inzicht. Wie God liefheeft, heeft ook zijn naaste lief gelijk zichzelf. “Ja maar, wie is mijn naaste?”, vroeg iemand aan Jezus. Hij antwoordde met de bekende parabel waarin zowel een priester als een Leviet een geweldslachtoffer links lieten liggen, terwijl een Samaritaan de man wel te hulp schoot. Toch was het antwoord van Jezus ook een beetje opmerkelijk omdat Hij niet de gewonde man maar de Samaritaan als ‘de naaste’ definieerde. Dit is echter niet zo vreemd wanneer je je bedenkt dat de mensen tegen wie Jezus sprak een hekel hadden aan Samaritanen en Hij de vraagsteller gebood om voortaan op dezelfde wijze te handelen als deze barmhartige man. Er zijn verschillende manieren om dit verhaal uit te leggen, maar de voormalig atheïst bedacht zich dat God iedereen oproept tot naastenliefde en dat iedereen ook vrij is om deze oproep te beantwoorden, of je nu een rechtschapen jood of een geminachte Samaritaan bent; een belijdend christen of een overtuigd ongelovige. God had de atheïst inderdaad niet geroepen omdat hij ooit eens barmhartig was geweest. Het was eerder andersom: hij was barmhartig geweest omdat God hem geroepen had.

Daarmee weet de voormalig atheïst nog steeds niet waarom het bij hem uiteindelijk tot een drastische bekering heeft geleid, maar één ding weet hij wel. Hij zal nooit een hongerig persoon een broodje van het tankstation of wat geld voor de daklozenopvang weigeren. Misschien gebruiken velen van hen het geld op de verkeerde manier met de vrije wil die ook hen gegeven is, maar zo heel af en toe kan er een wondertje gebeuren en is een kleine 3 euro een toegang tot nieuwe hoop, een nieuwe kans, en als God het wil, een nieuw leven.

, , , , ,

Jaap de Wit

Jaap is geboren in 1978 in het wonderschone Bergen op Zoom, en thans woonachtig in Gouda. Overdag is hij software engineer en ‘s avonds is hij Rooms-Katholiek. Hoewel hij kort na zijn geboorte al een tijdje katholiek is geweest, was hij jarenlang atheïst. Op een dag in 2010 liep hij per abuis tegen het het ware geloof aan en sindsdien zit hij weer stevig in de kerkbanken. Sinds 2012 is hij enthousiast lid van Koor Padua en sinds 2014 is hij ook acoliet in Gouda.

Alle berichten van Jaap


7 reacties op “De barmhartige atheïst”

Laat een reactie achter op Clemens Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *