Grote Markt, Bergen op Zoom

Aan mijn toekomstige hagiograaf

De flamboyante Oscar Wilde schreef eens dat elke heilige een verleden heeft en elke zondaar een toekomst. Enerzijds verwacht ik absoluut niet dat ik ooit heilig word verklaard, maar anderzijds heb ik wel degelijk een verleden. Dat biedt dus perspectieven. Mocht de katholieke kerk zich dus ooit vergissen (wat strikt genomen onmogelijk is) en mij tegen beter weten in heilig verklaren, dan wil ik bij deze alvast wat handige tips geven voor de hagiografie (biografie van een heilige) die daarna onvermijdelijk zal verschijnen.

De beginjaren

Allereerst lijkt het mij zinvol om te beginnen met de woorden: “Op een koude winterdag in 1978, met gemiddelde temperatuur van 0,9 °C en een gevoelstemperatuur van -3,9 °C, werd Jaap geboren in het pittoreske Bergen op Zoom, uit een vrouw die ooit maagd was. De zon liet zich die dag niet zien.” Hier is namelijk geen woord van gelogen en het draagt bij aan die haast mythische toonzetting die zo kenmerkend is voor de gemiddelde hagiografie.

Vervolgens zou ik ook niet vergeten te vermelden dat ik in de eerste klas (tegenwoordig in het postmodernistische tijdperk van Satan heet dit: ‘groep 3′) maar moeilijk het tempo kon bijbenen. Mijn godsdienstwaanzinnige lerares verzekerde mij ervan dat dit een straf van God was omdat ik zo’n zondaar was. Ik werd daar destijds namelijk vrij chagrijnig van en wilde niet meer naar school. Misschien had ze wel gelijk en was dit een voorbode van het zondige verleden dat vooraf ging aan het heilig worden. Ik weet het goed gemaakt, meneer de hagiograaf, als ik u nu schrijf over dat zondige verleden, wilt u me dan alvast de hoofdstukken toesturen waarin ik heilig word?

Ik ben inmiddels best benieuwd hoe ik dat voor elkaar ga krijgen. Manoury heeft me verteld dat één van de voorwaarden om heilig te worden is dat je dood bent. Aangezien ik nogal optimistisch van aard ben, schat ik dus in dat ik iedere dag een stukje dichter bij mijn heiligverklaring ben. Soms oefen ik al een beetje door heel lang mijn adem in te houden.

Verhuizing naar Ossendrecht

Op mijn zevende verhuisde ik van de bruisende metropool Bergen op Zoom naar het gehucht Ossendrecht. Dit is een dorp waar destijds nog geen vijfduizend mensen woonden, waarvan de helft reeds was overleden of schijndood was op het moment dat ik daar arriveerde. Het is pas daar dat ik mijn eerste herinneringen aan de Kerk heb.

Ik werd samen met mijn broertjes misdienaartje en ging ook bij een kinderkoor. Ik keek op tegen meneer pastoor. Hij was aardig voor ons en ik vond hem ook heel wijs. Als kind vond ik dat er drie hele belangrijke mannen in het dorp waren: de burgemeester, de dokter, en de pastoor. De burgemeester regeerde over de gezondheid van de gemeente, de dokter over de gezondheid van het lichaam en de pastoor over de gezondheid van de ziel. Als jonge knaap was het me een ware eer om misschien wel de belangrijkste van die drie te helpen met zijn taken.

Het geboortehuis van zr. Marie Adolphine
Al vele heiligen kwamen uit Ossendrecht. Nou ja, eentje dan, zr. Marie Adolphine. Haar geboortehuis is tegenwoordig een kapel, waar ik vroeger wel eens de mis diende,

Het katholieke West-Brabant

West-Brabant was toen nog een onvervalst bastion van katholieken, waar de reformatie (net zoals alles in Brabant) uiteindelijk wel weer was overgewaaid. In mijn dorp was ik me er vaag van bewust dat er ook mensen waren die niet katholiek waren. Mijn kinderlijke brein begreep dit niet helemaal. Ik had ooit een vriendinnetje van protestantse komaf, maar aangezien haar familie niets met het geloof deed had ik daar maar weinig last van.

Ook had ik een vriendje met wie ik wel eens speelde. Zijn ouders speelden gitaar en zongen over God. Hij kwam nooit in de kerk, dus als ik hem vroeg wat zijn geloof was, dan zei hij steevast: “Here Jezus.” “Daar geloof ik ook in,” zei ik dan, “maar ik noem dat de katholieke Kerk. Hoe heet jouw geloof dan?” Hierop herhaalde hij dan altijd: “Here Jezus.” Ik begreep er geen snars van en kwam tot de conclusie dat ik maar beter niet door kon vragen. Het was sowieso niet echt aangenaam om een intiem gesprek met hem te voeren. Here Jezus had volgens mij aan zijn ouders verteld dat tandpasta een werktuig van de duivel was. Daarom mocht hij de rottende, zwarte tegeltjes die hij ‘tanden’ noemde niet poetsen.

Het is op dit punt misschien handig om te bekennen dat ik helaas nooit een perenboom heb geplunderd in mijn jeugd. Anders was ik net zoals Augustinus vast spoedig heilig verklaard. Wel heb ik ooit eens suikerbieten van het land gestolen. Niet omdat ik honger had of zo, maar je kon daar stukken uitsnijden met je zakmes en dat smaakte zoet. Het grootste deel van de suikerbieten gooiden we weg en zo zie je maar dat het kwaad soms vrij zinloos kan zijn.

Naar de middelbare school

Toen ik naar de middelbare school ging, was dit in Bergen op Zoom. De twee basisscholen in Ossendrecht waren nog beide katholiek. Je leerde daar op prachtige wijze volstrekt niets over het geloof. De middelbare school had echter geen geloofsrichting, maar leerde je wel wat over het christendom. Geschiedenis vond ik dus erg interessant. Op een dag vertelde de leraar dat er ooit een man was die Maarten Luther heette en die erg veel van hamertje tik hield. Sommige mensen gaan heel ver in hun hobby’s en in een enthousiaste bui had deze man 95 stellingen op een kerkdeur getimmerd. De leraar vertelde over aflaten en machtsmisbruik binnen de kerk. Mijn eerste gedachte was dat deze meneer Luther dan vast niet meer in God zou geloven als Zijn kerk zo vreselijk corrupt was. Niets bleek minder waar.

Mijn leraar geschiedenis begon te vertellen over een reformatie en een contrareformatie. Dit begreep ik niet zo goed. “Maar de Bijbel is toch een kerkelijk boek?”, vroeg ik de leraar. “Als de kerk zo fout was, waarom geloofden de aanhangers van meneer Luther en Calvijn dan nog steeds in de Bijbel? Dat kan dan toch evengoed vals zijn?” Hierop kreeg ik slechts een vaag antwoord en dat was voor mij de druppel die de emmer deed overlopen. Ik had al een tijdje moeite met het geloof, maar nu wist ik het zeker: God bestaat niet.

Het overlijden van opa

Het was eigenlijk allemaal begonnen op woensdag 27 november 1991. Ik had die dag helemaal geen zin om naar school te gaan. Hoewel ik niet echt heel ziek was, had ik een naar gevoel. Ik overtuigde mijn moeder er maar van dat ik ziek was en bleef thuis. Toen ik beneden op de bank onder de dekens lag ging opeens de telefoon. Mijn moeder nam op. Ik weet niet meer wie er belde, maar het ging over haar vader, mijn opa. Ik hoorde niet wat er aan de andere kant gezegd werd. Aan de reactie van mijn moeder merkte ik op dat het serieus was en ik begon te huilen. Mijn opa had een hartaanval gehad en lag in het ziekenhuis.

Drie dagen lang bad ik tot God. Sinds ik begonnen was met de middelbare school was ik geen misdienaar meer was en kwam ik niet meer zo vaak in de kerk. Daar voelde ik me nogal schuldig over. Ik vertelde Hem dus dat het me ontzettend speet, maar als Hij alstublieft zo vriendelijk was om opa te genezen, dan zou ik weer terugkeren naar de kerk. Iedere week! Ik beloofde plechtig dat ik zou doen wat Hij van me wilde. Ik voelde me flink berouwvol en beroerd en heb in mijn hele leven nog nooit zo hard gebeden als in die dagen. Zaterdag de dertigste ging opa dood. “Dankjewel, God, ik zal nog eens een keer een poging wagen om toenadering te zoeken,” dacht ik toen als dertienjarig jongetje.

Mijn leven als militant atheïst

Mijn enthousiasme voor de kerk nam steeds verder af tot ik een paar jaar later overtuigd atheïst was. Met veel bittere vreugde las ik Friedrich Nietzsche, Bertrand Russell, George Bernard Shaw, Richard Dawkins, Herbert Spencer, en andere atheïstische schrijvers. Elk boek dat ook maar enigszins het christendom verketterde las ik enthousiast. Als ik op school een spreekbeurt moest houden, dan vertelde ik hoe slecht het christendom was, welke misdrijven zij had begaan en hoe zij de natuurlijke moraal op zijn kop had gezet.

Ik werd zelfs eens geïnterviewd voor een tijdschrift. Daarin ging ik de discussie aan met een baptistisch meisje dat helaas geen schijn van kans had tegen mijn welgemikte atheïstische hamerslagen (figuurlijk, hoor, maak je geen zorgen). Ik maakte korte metten met Christus, de Bijbel en religiositeit in het algemeen. Ik debatteerde graag met christenen en was er goed in. Zoals veel moderne atheïsten had ik een zeer selectieve Bijbelkennis die toegespitst was op het ondermijnen van het geloof.

Van fanatiek atheïsme tot desinteresse

Naarmate ik dichter bij de dertig kwam, kreeg ik steeds minder interesse om me tegen het christendom uit te spreken. Er volgde een wapenstilstand, aangezien ik me bezighield met andere dingen. Ik kon mijn creativiteit kwijt in mijn baan als software engineer. Ik ontmoette een Amerikaanse vrouw, die naar Nederland verhuisde en direct zwanger raakte. Toen ik dertig was kwam mijn droom uit om ooit vader te worden. Onze dochter werd geboren. Ze was het mooiste schepsel dat ik ooit heb mogen aanschouwen: een lichtbruin engeltje met zwarte haren. En dat is ze nog steeds.

Ik was dus atheïst en het christendom had geen plaats meer in mijn leventje. De verbittering was vervangen door desinteresse. Maar hoe kwam het dan toch dat ik me uiteindelijk drastisch bekeerde tot het christendom en weer terugkeerde naar de kerk? Dat, mijn beste hagiograaf, is een verhaal voor in een van mijn volgende artikelen. Ik raad u aan om Broodje Paap goed in de gaten te houden. Het wordt een indrukwekkend en aangrijpend verhaal waarin Onze-Lieve-Heer alles uit de kast haalt om zijn liefde en genade te tonen. Een verhaal waarin Hij de hand uitstrekt naar een zondaar en hem een toekomst aanbiedt.

PS: Ik heb tegenwoordig zelf een perenboom in mijn achtertuin, die ik onlangs met veel vreugde heb geplunderd. Hoewel Manoury me heeft verzekerd dat ik heilig word verklaard als ik me laat onthoofden door een protestant, wacht ik toch nog even met het martelaarschap totdat die peren op zijn. Ze smaken zo zoet.

Peren uit de tuin van Jaap
Ik zend een half opgegeten peer naar de hoogste bieder. Ooit wordt het een relikwie.
, , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

Jaap de Wit

Jaap is geboren in 1978 in het wonderschone Bergen op Zoom, en thans woonachtig in Gouda. Overdag is hij software engineer en ‘s avonds is hij Rooms-Katholiek. Hoewel hij kort na zijn geboorte al een tijdje katholiek is geweest, was hij jarenlang atheïst. Op een dag in 2010 liep hij per abuis tegen het het ware geloof aan en sindsdien zit hij weer stevig in de kerkbanken. Sinds 2012 is hij enthousiast lid van Koor Padua en sinds 2014 is hij ook acoliet in Gouda.

Alle berichten van Jaap


9 reacties op “Aan mijn toekomstige hagiograaf”

  • Je hoeft niet te wanhopen, Jaap. Als je nou een beetje voortmaakt met te gaan hemelen, liefst nog tijdens het pontificaat van Paus Franciscus, dan hoef je net als Paus Joannes XXIII en nou weer Angela van Foligno géén twee wonderen te doen om heilig te worden, eentje is wel genoeg. Mooi meegenomen, toch?

    Á propos, is er iets miraculeus aan die peren die jij in de relikwieënhandel brengt? Zo niet, dan speel je natuurlijk wel die weggelopen augustijn mooi in de kaart! Boter bij de vis graag!

  • Doorgaans ben ik niet zo van de veilingen, maar dit is een kans die maar één keer voorbij komt; ik bied 1,15!
    Ik ga er dan wel van uit dat je de peer aanlevert met een certificaat van echtheid, ondertekend en met rode lak en je zegelring bekrachtigd.

    • Marsha, het openingsbod staat genoteerd. Ik ben natuurlijk zeer verheugd nu blijkt dat ik eindelijk eens mijn zegelring kan gebruiken. Het is er een met Bert en Ernie erop en hij ligt al jaren ongebruikt in mijn bureaulade.

  • Dit kan wel eens een heel interessant feuilleton worden, ik ben nu al benieuwd naar het vervolg…..

    Toen ik de naam van zuster Marie Adolphine las, kwam die mij direct bekend voor, het duurde even voor me te binnen schoot; ‘dat is Kaatje Dierckx’ (die in China werd vermoord tijdens de Bokseropstand). Mijn zoon heeft een op de middelbare school een verhandeling geschreven over die periode, met als uitgangspunt het leven van Ferdinand Hamer, maar zuster marie Adolphine kwam ook langs. Aangezien ik altijd de komma’s en punten mag redigeren, is het verhaal me dus bekend.

    We kunnen niet in de toekomst kijken, dus om welke reden je eventueel heilig verklaard wordt, Jaap, dat weet alleen de Ene, maar ik voor mij hoop dat het niet is omdat je met het zwaard onthoofd word (in China of om het even welke andere locatie).

    Maike

    PS ik ben in de verleiding om te bieden op de halve peer…. met zo’n verleden is de kans groot dat je op een dag heilig wordt en die peer dus veel waard wordt…..

    • Dat is inderdaad Kaatje Dierckx, en hoewel ze verre familie van me is en ik dus wel enige genetische verwantschap heb met een martelares, zit mijn hoofd nog stevig vast. Net als Kaatje verlang ik vurig naar het martelaarschap en roep ik regelmatig dat ik Gods brandhout ben, maar het wil me maar niet lukken. Ik loop elke week met een rozenkrans de plaatselijke afhaalchinees binnen, maar in plaats van me te onthoofden lachen ze vriendelijk en smeren me een bak nasi aan. Het zijn moeilijke tijden voor een katholiek met ambitie. Misschien moet ik het eens in de shoarmatent daarnaast proberen.

      PS: ik kan me die verleiding goed indenken, maar je zult diep in de buidel moeten tasten. Marsha heeft al € 1,15 geboden.

    • Je zou sneller in aanmerking komen om heilig te worden verklaard, als de halve peer niet verrot…..(natuurlijk wel zonder hem in gesmolten was te dopen , of anderszins met conserveringsmethoden aan de slag te gaan, het moet wel een wonder zijn)

      Het was trouwens geen poezenplasje, wat ze die martelaren in China aandeden, alvorens ze te onthoofden (en wat voor gruwelijks ze na afloop met de lichamen hebben gedaan, wil je al he-le-maal niet weten….) Martelaarschap vergt stalen zenuwen en een hoge pijngrens… Of juist niet, zodat je gelijk bij het eerste het beste pijntje bewusteloos raakt, en niks meer meekrijgt van wat er gebeurt.

      In ieder geval, ik vind het best dapper dat je verlangt naar het martelaarschap.

Laat een reactie achter op Rik Ledoux Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *